schoorsteenpijp
  • schoor·steen·pijp
enkelvoud meervoud
naamwoord schoorsteenpijp schoorsteenpijpen
verkleinwoord schoorsteenpijpje schoorsteenpijpjes

de schoorsteenpijpv / m

  1. (bouwkunde) de lange verticale buis waardoor verbrandingsgassen kunnen worden afgevoerd
     Inwoners van Weurt - bij Nijmegen - hebben last van grote hoeveelheden stof, nadat zaterdag een schoorsteenpijp van een grote Nijmeegse elektriciteitscentrale werd opgeblazen. "Zonnepanelen en auto's zitten onder een dikke laag stof", laten inwoners weten aan Omroep Gelderland.[2]
     Al die tijd zijn de giftige dampen via de schoorsteen in de buitenlucht terechtgekomen. Omdat de schoorsteenpijp relatief kort is, zijn de stoffen waarschijnlijk neergedaald in de directe omgeving.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Overlast door stofwolk bij Nijmegen: 'Dikke laag op zonnepanelen en auto's'” (7 maart 2022, 14:27), NOS
  3.   Weblink bron “Uitstoot giftige stoffen in woonwijk Tilburg door drugslab” (16 april 2016), NOS