schoonmaakrooster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoon·maak·roos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoonmaakrooster schoonmaakroosters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het schoonmaakroostero

  1. overzicht met daarop vermeld welke personen op welke tijden aan de beurt zijn om schoon te maken


Gangbaarheid