Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • school·plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoolplant schoolplanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de schoolplantv / m

  1. aanduiding voor een kamerplant in een onderwijsgebouw, vaak gekenmerkt doordat ze weinig eisen stelt aan omgeving en verzorging
     Wij bleven maar draden weven om de harde spijkers van onze punnikpaddenstoel. Of we lieten ons afleiden als er een poes achter de schoolruit liep of we droomden weg bij het beschouwen van een mooie groene schoolplant die net water had gekregen.[1]
  2. planten die door leerlingen op school zijn gekweekt
     Maar het zijn niet alleen meisjes die de plantjes goed verzorgen. In 1966 is de mooiste schoolplant opgekweekt door Henk van Setten.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Cornil
    “De jaren zeventig.” (28 september 2010) op nederlands.nl
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Floralia organiseert fraaie bloemententoonstelling” (september 2016), p. 2 op oudscherpenzeel.nl