schoenmaakster
- schoen·maak·ster
- Naamwoord van handeling van schoenmaken met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoenmaakster | schoenmaaksters |
verkleinwoord | schoenmaakstertje | schoenmaakstertjes |
de schoenmaakster v
- (beroep) vrouwelijke vorm van schoenmaker
- Het woord 'schoenmaakster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.