schinkel
- schin·kel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schinkel | schinkels |
verkleinwoord | schinkeltje | schinkeltjes |
de schinkel m
- (scheepvaart) zwaar touw om een takel te verlengen, schenkel
- Het woord schinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schinkel" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ schinkel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be