schilderachtigheid

Nederlands

 
schilderachtigheid
Uitspraak
Woordafbreking
  • schil·der·ach·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schilderachtigheid schilderachtigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

schilderachtigheid v [1]

  1. het zo mooi zijn dat het de moeite waard is om er een schilderij van te maken
     De schoorstenen van de huizen, de ingestorte muren die Pierre door hun schilderachtigheid aan de Rijn en aan het Colosseum deden denken, vormden een lange reeks in de verbrande stadswijken, ruïne na ruïne.[2]
     Net voor de lunch reden we een vakantiepark in Flevoland binnen. Mijn buurman stopte het busje voor de receptie. "In uw folder staat drie keer het woord schilderachtig. Ik zou graag willen dat u mij deze schilderachtigheid laat zien."[3]
  2. iets wat heel mooi is
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “Wij willen het woord 'schilderachtig' in ere herstellen” (20 juni 2017), Het Parool