scheepten af
- Geluid: scheepten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxeptə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
- scheep·ten af
vervoeging van |
---|
afschepen |
scheepten (…) af
- meervoud verleden tijd van afschepen
- Wij scheepten af.
- Jullie scheepten af.
- Zij scheepten af.
- Wij scheepten af.
- Het woord scheepten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.