scheefwerker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scheef·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van scheef zn en werker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheefwerker | scheefwerkers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de scheefwerker m
- persoon die werk doet op een niveau dat ver onder zijn of haar opleidingsniveau ligt
Gangbaarheid
- Het woord scheefwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.