scheefwerken
- scheef·wer·ken
- samenstelling van scheef bw en werken ww
scheefwerken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
scheefwerken |
werkte scheef |
scheefgewerkt |
zwak -t | volledig |
- iemand die werk verricht dat veel eenvoudiger is dan bij de opleiding van die persoon zou passen
- Het woord scheefwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.