schalmeien
- Geluid: schalmeien (hulp, bestand)
- IPA: / sxɑlˈmɛijə(n) / (3 lettergrepen)
- schal·mei·en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schalmeien |
schalmeide |
geschalmeid |
zwak -d | volledig |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
schalmeien
- inergatief een schalmei bespelen
- inergatief (figuurlijk) hard blazen of luid klinken
de schalmeien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schalmei
- ▸ De Janitsaren vormden destijds de keurtroepen van het Turkse leger. Tijdens plechtigheden en krijgsverrichtingen werden ze begeleid of aangevuurd door een ‘luidruchtig’ muziekkorps. In de 17de eeuw bestond dat uit o.a. trompetten, fluiten, schalmeien en een arsenaal aan slagwerk, zoals pauken, bekkens, triangels, allerhande trommen en zgn. schellenbomen (stokken met belletjes).[5]
- Het woord schalmeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Heiruiker.” (1935), Bode van het H. Hart, Alken, p. 87
- ↑ Weblink bron Alex CampaertHet bruidsmaal in: De Gemeenschap., jrg. 10 nr. 1 (januari 1934), De Gemeenschap, Bilthoven, p. 35
- ↑ Weblink bron “De berg van licht.” (1905-1906), L.J. Veen, Amsterdam, p. 159
- ↑ Weblink bron Hugo Heughebaert‘Octophorus’ vertolkt Jantisarenmuziek in: Ons Erfdeel., jrg. 32 nr. 3 (mei/juni 1989), Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer, p. 455