schaduwspel
  • scha·duw·spel
enkelvoud meervoud
naamwoord schaduwspel schaduwspelen
verkleinwoord

het schaduwspelo

  1. patroon van licht en donkerte
     Beraden nu om naar binnen te gaan gleed zijn blik over het schaduwspel van het plein meer naar links.[1]
     Architect Pieter van Rooij van Benthem Crouwel Architects ontwierp het nieuwe station. Het dak wordt gedragen door acht pilaren. Als gracieuze bomen met vier takken tillen ze het enorme glazen dak met wiebertjes, zegt Van Rooij. Volgens de architect zorgen die ruitvormen voor een mooi schaduwspel op de vloer.[2]
  2. voorstelling waarbij de schaduwen van poppen op een doek worden geprojecteerd
  1. Gewassen vlees”   (1994), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9021479737
  2.   Weblink bron “Nieuw 'station van glas' geopend in Den Haag” (Maandag 1 februari 2016, 13:28), NOS