• schaats·kam·pi·oe·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord schaatskampioene schaatskampioenes
verkleinwoord

de schaatskampioenev

  1. (sport) vrouw die een schaatskampioenschap heeft gewonnen
     Olympisch schaatskampioene Visser maakt opvallende overstap naar opleidingsteam[1]
     De schaatskampioene stierf op achtenzeventigjarige leeftijd in 1861 in het terpdorpje waar ze jaren ervoor met haar man neer was gestreken.[2]


  1.   Weblink bron “Olympisch schaatskampioene Visser maakt opvallende overstap naar opleidingsteam” (Woensdag 3 mei 2023, 12:09), NOS
  2. Jessica Merkens
    “Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026360930