satisfactie
- Geluid: satisfactie (hulp, bestand)
- sa·tis·fac·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voldoening, genoegdoening’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1498 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | satisfactie | satisfacties |
verkleinwoord | - | - |
de satisfactie v
1. zie: voldoening
- Het woord satisfactie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "satisfactie" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "satisfactie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ satisfactie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be