• san·kar

sankar

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanka

sankar

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sankar     sankaren     sankarar     sankarane  

sankar, m

  1. plukker (mannelijke vorm), plukster (vrouwelijke vorm)
  2. verzamelaar (mannelijke vorm), verzamelaarster (vrouwelijke vorm)
  • [1-2]: jegarar og sankarar
jagers en verzamelaars