sankar
- san·kar
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van sanka en sanke met het achtervoegsel -ar
sankar
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanka
sankar
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanke
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | sankar | sankaren | sankarar | sankarane |
sankar, m
- plukker (mannelijke vorm), plukster (vrouwelijke vorm)
- verzamelaar (mannelijke vorm), verzamelaarster (vrouwelijke vorm)
- [1-2]: jegarar og sankarar
jagers en verzamelaars