• ver·za·me·laar·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord verzamelaarster verzamelaarsters
verkleinwoord

de verzamelaarsterv [1]

  1. vrouw die zaken verwerft en bewaart; vrouw die een collectie aanlegt
     Zijn vrouw is een fervent verzamelaarster.[2]
     Het zelden tentoongestelde doek is gekocht door een onbekende bieder. Monet maakte veel schilderijen van waterlelies in zijn tuin in zijn geliefde Giverny in Frankrijk. Dit doek was sinds 1930 in handen van een verzamelaarster, Huguette Clark, die in 2011 overleed.[3]




  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
  3.   Weblink bron “20 miljoen voor Waterlelies Monet” (woensdag 7 mei 2014, 04:07), NOS