samenwerkend
- sa·men·wer·kend
vervoeging van: | samenwerken |
verbogen vorm: | samenwerkende |
samenwerkend
stellend | |
---|---|
onverbogen | samenwerkend |
verbogen | samenwerkende |
partitief | samenwerkends |
samenwerkend
- met meerdere mensen één ding of dienst produceren
- De samenwerkende tandartsen van Almelo hebben meerdere praktijkruimtes die over de hele stad verspreid zijn.
- Het woord samenwerkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.