sambal
- sam·bal
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘kruiderij’ voor het eerst aangetroffen in 1827 [1]
- >Indonesisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sambal | sambals |
verkleinwoord |
- (voeding) een op hete pepers gebaseerd gerecht of saus
- Ik had er wat veel sambal op gedaan.
- Het woord sambal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sambal" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sambal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be