Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sal·mo·nel·la
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord salmonella salmonella's
verkleinwoord salmonellaatje salmonellaatjes

Zelfstandig naamwoord

de salmonellav / m

  1. (medisch) (biologie) geslacht van gram-negatieve staafvormige bacteriën, Salmonella  , die onderdeel zijn van de natuurlijke darmflora van pluimvee, varkens, runderen, reptielen en huisdieren die bij de mens verschillende ziekten kunnen veroorzaken
     Om salmonella in stallen te voorkomen, moeten pluimveehouders geregeld controleren op de aanwezigheid van de bacterie.[5]
     Er zijn bijvoorbeeld 2.500 verschillende salmonella’s, en je komt meestal een ander type tegen dan de vorige keer. Die bacteriën hechten zich aan je darmcellen, die dan extra vocht gaan produceren omdat ze het kwijt willen. Dan krijg je diarree, en na een paar dagen is het weer weg.[6]
     “Een zwarte in de zaak”, zegt Orolaboro terwijl hij een sherry naar achteren slaat, “dat geeft cachet aan de zaak. Net als één salmonellaatje in een ons garnalen.” En we gaan weer aan de pellerij.[7]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "salmonella" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. salmonella op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron “Salmonella” (3 juli 2008), linkerkolom op fda.gov
  4. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  5.   Weblink bron
    Maartje Geels
    “Regels dierenwelzijn bij vleeskuikenhouders niet goed nageleefd” (4 augustus 2020) op nrc.nl  
  6.   Weblink bron
    Liesbeth Koenen & Rijkelt Beumer
    “Vieze aardbeien” (25 november 2008) op nrc.nl  
  7.   Weblink bron
    Peter Malenkov
    “De Man Die Niet Meer In De Rij Wou Staan” (2 september 1991) op nrc.nl  
  8.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be