sécher
sécher
- overgankelijk drogen, droogmaken
- ergatief uitdrogen, drogen
- ergatief (figuurlijk) (spreektaal) dichtslaan, geen antwoord kunnen geven
- «J’ai séché à la question sur la Cinquième République.»
- Ik wist geen antwoord op de vraag over de Vijfde Republiek. [2]
- «J’ai séché à la question sur la Cinquième République.»
- overgankelijk (figuurlijk) (spreektaal) lessen missen, spijbelen
- «En fin d’année, la plupart des élèves sèchent les cours.»
- Aan het eind van het jaar blijven de meeste leerlingen weg uit de les. [2]
- «En fin d’année, la plupart des élèves sèchent les cours.»
- overgankelijk (figuurlijk) (spreektaal) uitschakelen, ko slaan, afdrogen
- «Farid s’est fait sécher au deuxième round.»
- Farid is in de tweede ronde knock-out geslagen. [2]
- «Farid s’est fait sécher au deuxième round.»