ruiterstandbeeld
  • rui·ter·stand·beeld
enkelvoud meervoud
naamwoord ruiterstandbeeld ruiterstandbeelden
verkleinwoord ruiterstandbeeldje ruiterstandbeeldjes

het ruiterstandbeeldo [1]

  1. beeld van een paard waarop een ruiter zit
     Het vervangende beeld dat sinds 1924 op het Buitenhof staat, is een kopie van een ruiterstandbeeld (1884) uit Luxemburg.[2]
     Het ruiterstandbeeld van Filips in in het midden van de Plaza Mayor was 5 meter en 43 centimeter hoog en gebeeldhouwd door Giambologna en Pietro Tacca.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
  3. “De kunst van het reizen” (2002), Atlas Contact  , ISBN 9789046703397