rugdrager
- rug·dra·ger
- samenstelling van rug zn en drager zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rugdrager | rugdragers |
verkleinwoord | rugdragertje | rugdragertjes |
de rugdrager m
- draagzak waarmee men een baby op de rug kan dragen
- ▸ Aan de babydraagstoel KEKK Back Pack Plus van Happy Baby kan een boutje losgaan, waardoor de rugdrager kan omvallen als hij op de grond staat. Het gebruik van het voorwerp wordt sterk afgeraden. Consumenten kunnen het terugbrengen- of sturen naar de winkel en hun geld terugkrijgen.[1]
- Het woord 'rugdrager' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rugdrager" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Waarschuwing voor babydraagstoel” (08 feb. 2019), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be