ropar
- ro·par
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Nynorske werkwoord ropa met het achtervoegsel -er
ropar
- tegenwoordige tijd van ropa
ropar
- tegenwoordige tijd van rope
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ropar | roparen | roparar | roparane |
ropar, m
ropar
- ro·par
ropar
- tegenwoordige tijd van ropa