rookstoel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rook·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rook ww en stoel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rookstoel | rookstoelen |
verkleinwoord | rookstoeltje | rookstoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de rookstoel m
- stoel om in te roken; stoel waarin men regelmatig tabak rookt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rookstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.