Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rooi·rok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rooirok rooirokken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rooirokm

  1. Engelse soldaat die een rood uniformjasje draagt
Synoniemen

Gangbaarheid

37 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be