Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rooi·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rooilijn rooilijnen
verkleinwoord rooilijntje rooilijntjes

Zelfstandig naamwoord

de rooilijnv / m [2]

  1. richtlijn die bij het bouwen moet worden in acht genomen en die de grens aangeeft met de openbare weg
    • De gemeente maakte gisteren de rooilijn. 

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen