roodbrauw
- rood·brauw
- samenstelling van rood bn en brauw zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodbrauw | roodbrauwen |
verkleinwoord | - | - |
roodbrauw
- (zoötomie) dier met een rode brauw
- roodbrauwboomgors, roodbrauwdiamantvogel, roodbrauwhoningeter, roodbrauwkruiper, roodbrauwlooftiran, roodbrauwmalkoha, roodbrauwpeperklauwier, roodbrauwspitssnavel, roodbrauwspreeuw, roodbrauwwinterkoning
- Het woord 'roodbrauw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.