rondzit

Nederlands

rondzit

Uitspraak

• Geluid:  rondzit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rond·zit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rond bw  en  zit zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rondzit
verkleinwoord	rondzitje	rondzitjes

Zelfstandig naamwoord

de rondzit m

1. (meubel) een cirkelvormige of rechthoekige bank vaak met een tafel in het midden

   ▸ Rijden met voetbalteams, zangkoren, studenten, voor een vrijgezellenfeest of voor een bedrijfsuitje, met carnavalsclubs, naar grote concerten en festivals of met een vriendengroepje een dagje skiën in het Sauerland. De bus, die hij kocht in Wateringen, is er compleet voor ingericht. Met twintig luxe leren fauteuils in een rondzit achterin en diverse zitjes.

   ▸ Opvallend is de aandacht voor design en materialen. Een folder schildert „de ruime rondzit voor, uitgevoerd in wit kalfsleder.

Gangbaarheid

• Het woord 'rondzit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rondzit" herkend door:

64 %	van de Nederlanders;
46 %	van de Vlamingen.