Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rol·kof·fer·ter·reur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rolkofferterreur
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rolkofferterreuro

  1. overlast van kortdurend toerisme in particuliere woningen door toeristen met rolkoffers
Verwante begrippen

Gangbaarheid