roestbuikmalkoha

Nederlands

Roestbuikmalkoha (Phaenicophaeus curvirostris)

Uitspraak

• Geluid:  roestbuikmalkoha    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• roest·buik·mal·ko·ha

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  roest zn,   buik zn  en  malkoha zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	roestbuikmalkoha	roestbuikmalkoha's
verkleinwoord	roestbuikmalkohaatje	roestbuikmalkohaatjes

Zelfstandig naamwoord

roestbuikmalkoha

1. (koekoeksvogels) Phaenicophaeus curvirostris  een koekoekssoort uit het geslacht Phaenicophaeus 

Hyperoniemen

• koekoeken, koekoeksvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'roestbuikmalkoha' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.