roerom
- roer·om
- samenstelling van roer en om [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roerom | roerommen roeroms |
verkleinwoord | roerompje | roerompjes |
de roerom m
- wateropvoerwerktuig van een weidemolen
- gerecht waarvan de ingrediënten flink worden doorgeroerd
- Het woord roerom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roerom" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be