roemer
- roe·mer
- In de betekenis van ‘groot wijnglas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1556 [1]
- Naamwoord van handeling van roemen met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roemer | roemers |
verkleinwoord | roemertje | roemertjes |
- (drinken) groot wijnglas met een bolle kelk en een dikke, holle stam die van noppen is voorzien
- Het woord roemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roemer" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "roemer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ roemer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be