Nederlands

 
roadster
Uitspraak
Woordafbreking
  • road·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord roadster roadsters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de roadsterm

  1. Noord-Amerikaanse benaming voor een type auto met twee zitplaatsen zonder een permanent dak en oorspronkelijk ook zonder zijramen
    • Begin jaren 90 begon BMW met de ontwikkeling van de BMW Z3, een nieuwe tweezits sportwagen. Die auto zou er in eerste instantie als roadster komen en later zou dan een coupévariant volgen.[2] 
    • Het is vrij rustig qua nieuws over de tweede generatie Roadster sinds Tesla er anderhalf jaar geleden het een en ander over meldde. De informatie klonk veelbelovend. De acceleratie van 0-100 km/u in 2,1 seconden bijvoorbeeld. Of de topsnelheid van 402 km/u. Daarmee kan de Roadster de strijd aangaan met merken als Bugatti en Koenigsegg. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen