risicoloos
- Geluid: risicoloos (hulp, bestand)
- ri·si·co·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | risicoloos | risicolozer | risicoloost |
verbogen | risicoloze | risicolozere | risicolooste |
partitief | risicoloos | risicolozers | - |
risicoloos
- Het woord risicoloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.