• ril·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord rilling rillingen
verkleinwoord rillinkje rillinkjes

de rillingv

  1. een onwillekeurige lichaamsreactie van mens of dier, die ten doel heeft de lichaamstemperatuur te verhogen.
  2. een gevoel van kou, angst of een andere heftige emotie
    • Kleine Woord voelde een rilling langs zijn ruggegraat glijden.[1] 
     Het veroorzaakte rillingen over mijn rug en kippenvel op mijn armen.[2]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 34
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be