rietzodde
- riet·zod·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rietzodde | rietzodden |
verkleinwoord |
- met riet begroeide plas
- drijvend eiland dat met riet is begroeid
- stuk land dat met riet is omgeven
- Het woord rietzodde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rietzodde" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
19 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be