• zod·de
enkelvoud meervoud
naamwoord zodde zodden
verkleinwoord

de zoddev

  1. drassig, moerassig, op water drijvend land; uit modder en vergane plantendelen bestaande grond, ondiep water; oppervlakte van een moeras; drijvend eilandje; drijfland, moeras, poel
  2. plag afgestoken van de begroeide bovenkorst van riet-, gras- of heidevelden