Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zod·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zodde zodden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zoddev

  1. drassig, moerassig, op water drijvend land; uit modder en vergane plantendelen bestaande grond, ondiep water; oppervlakte van een moeras; drijvend eilandje; drijfland, moeras, poel
  2. plag afgestoken van de begroeide bovenkorst van riet-, gras- of heidevelden
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen