rietkraag met Blauwe reiger
  • riet·kraag
enkelvoud meervoud
naamwoord rietkraag rietkragen
verkleinwoord rietkraagje rietkraagjes

de rietkraagm

  1. waterkant die begroeid is met riet
    • DVEP Energie gaat het terrein afrasteren met een hek en erbinnen worden de zonnepanelen door middel van een waterpartij en een rietkraag onttrokken aan het zicht. [2] 
    • Varen is toegestaan, maar de laatste 150 meter van de vaargeul - de aansluiting op het Drontermeer - mag niet worden aangelegd. De waterrecreatie bedreigt daar een rietkraag waar de beschermde roerdomp en de grote karekiet leven. [3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Ronald Vrugteman 25-augustus-2017
  3. Volkskrant Rik Nijland 25 november 2015