richtingzoeker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rich·ting·zoe·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van richting en zoeker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | richtingzoeker | richtingzoekers |
verkleinwoord | richtingzoekertje | richtingzoekertjes |
Zelfstandig naamwoord
de richtingzoeker m
- (elektronica) toestel om radiosignalen mee op te vangen met een speciale richtantenne
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord richtingzoeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.