reviaan
- re·vi·aan
- eponiem, afgeleid met het achtervoegsel -iaan van de familienaam van de 20e-eeuwse Nederlandse schrijver G.K. van het Reve [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reviaan | revianen |
verkleinwoord |
de reviaan m
- liefhebber en kenner van het werk van Gerard Reve
- ▸ Een reviaan leest graag wat een andere reviaan schrijft, en al helemaal als die andere reviaan goed kan schrijven. Het is, zelfs voor een reviaan die enigszins afstand heeft genomen van zijn eigen idolatrie, dus heerlijk het boek te lezen dat Theodor Holman over Reve heeft geschreven.[2]
- Het woord reviaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reviaan" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Theodor Holman - Gerardje. ****” (24 juni 2009), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be