retarderen
- Geluid: retarderen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌretɑrˈderə(n) / (4 lettergrepen)
- re·tar·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
retarderen |
retardeerde |
geretardeerd |
zwak -d | volledig |
retarderen
- overgankelijk langzamer laten voortgaan of tijdelijk tot stilstand brengen
- ▸ De passages waarin Ten Berge de winterse gesteldheid in Zuidveen beschrijft behoren overigens tot de mooiste van het boek en retarderen de ontknoping, die er in het tweede kapittel van het laatste hoofdstuk zal komen.[3]
- ergatief te langzaam voortgaan, zich vertraagd ontwikkelen
- ▸ We geven nu ook hielprikjes aan baby’s, om vast te stellen of ze de aanleg hebben voor een stofwisselingstoornis, die maakt dat ze mentaal ernstig zullen retarderen.[4]
- Het woord retarderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ retarderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Hans VandevoordeSpiegeling en omweg : H.C. ten Berge tussen Gilliams en Terborgh in: Yang., 139, jrg. 24 nr. 4 (oktober/december 1988), Hans Vandevoorde, Brugge, p. 23
- ↑ Weblink bron Marc van Dijk“’Laat potentiële daders zich vrijwillig melden’” (18 december 2010) op trouw.nl