restklacht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  restklacht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rest·klacht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rest zn  en  klacht zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	restklacht	restklachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de restklacht v / m

1. (medisch) hinder die een patiënt blijft houden nadat een ziekte behandeld of genezen is

   ▸ Meestal hebben ze veel restklachten van de aangeboren afwijking. Als je de operatietechniek verbetert, dan kan het dat kinderen in de toekomst misschien minder klachten hebben en dus minder vaak de dokter hoeven te bezoeken.’

Gangbaarheid

• Het woord 'restklacht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.