Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pro·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reprorecht reprorechten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het reprorechto

  1. (juridisch) het recht van de auteur of andere rechthebbende van een werk letterkunde of kunst om als enige dit werk te reproduceren of te laten reproduceren
    • De nabestaanden van een auteur hebben tot 70 jaar na de dood van de auteur het reprorecht. 
    • Het reprorechtt is een exploitatierecht. 
Synoniemen
  1. reproductierecht

Gangbaarheid