renommeren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  renommeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• re·nom·me·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse renommer (met het achtervoegsel -eren)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
renommeren	renommeerde	gerenommeerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

renommeren

1. overgankelijk beroemd / bekend maken
2. bluffen, snoeven, opsnijden

Vertalingen

    1.   

Frans: renommer (fr)

Gangbaarheid

• Het woord renommeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.