Nederlands

 
remonstrants gasthuis in Groningen
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·mon·strants
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen remonstrants remonstrantser remonstrantst
verbogen remonstrantse remonstrantsere remonstrantste
partitief remonstrants remonstrantsers -

Bijvoeglijk naamwoord

remonstrants [1]

  1. betrekking hebbend op, of behorend tot de Remonstrantse Broederschap
     In Nederland zijn er vier kerkgenootschappen waar het huwelijk tussen hetero-stellen en homoparen geheel gelijk is gesteld. Dat zijn de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, het Apostolisch Genootschap, het Remonstrants Broederschap en de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB.[2]
     De remonstrantse gemeenschap hoopt dat de inbrekers of eventuele vinders het historisch belang van de ring zullen inzien.[3]
     De Reuver sprak vanmiddag op een jubileumbijeenkomst van de remonstranten, een vrijzinnig kerkgenootschap met zo'n 5000 leden. "De verbanning van remonstrantse predikanten en de beroepsverboden voor talloze remonstrantse bestuurders hebben hen diep geraakt en veel stuk gemaakt", schrijft De Reuver.[4]

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Kerken komen met homogids Coming Out Churches” (26-09-2011), Tubantia
  3.   Weblink bron “Remonstranten treuren om gestolen ring” (31-07-2013), Tubantia
  4.   Weblink bron “PKN erkent leed van remonstranten, 400 jaar na dato” (08-05-2019), NOS
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be