naaf met terugtraprem
  • rem·naaf
enkelvoud meervoud
naamwoord remnaaf remnaven
verkleinwoord - -

de remnaafv / m

  1. naaf met ingebouwde terugtraprem
67 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be