relativeringsvermogen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·la·ti·ve·rings·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord relativeringsvermogen relativeringsvermogens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het relativeringsvermogeno

  1. het kunnen inzien dat niet alles van het allergrootste belang is
     Billy: Ik moest en zou ervoor zorgen dat dat album het beste werd dat er sinds mensenheugenis was uitgebracht. [lacht] Laten we zeggen dat ik in die tijd niet bekendstond om mijn relativeringsvermogen.[1]
     "In de jaren '90 raakte hij door herseninfarcten, gedeeltelijk verlamd. Het was een intelligente man met veel relativeringsvermogen. Het was, zoals het was."[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Taylor Jenkins Reid
    “Daisy Jones & the Six” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
  2.   Weblink bron “'Welkom in de Wondere Wereld': Chriet Titulaer kreeg best vaak gelijk” (24-04-2017), NOS