relatieprobleem
- re·la·tie·pro·bleem
- samenstelling van relatie en probleem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | relatieprobleem | relatieproblemen |
verkleinwoord | relatieprobleempje | relatieprobleempjes |
het relatieprobleem o
- moeilijkheid in de verhouding tussen mensen die iets samen doen
- In veel huwelijken komen relatieproblemen voor, want het sprookje van: 'ze leefden nog lang een gelukkig' is vooral een sprookje.
- De muziekband is opgeheven omdat de relatieproblemen tussen de bandleden onderling niet meer konden worden opgelost.
- Het woord relatieprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.