Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·la·tie·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord relatieprobleem relatieproblemen
verkleinwoord relatieprobleempje relatieprobleempjes

Zelfstandig naamwoord

het relatieprobleemo

  1. moeilijkheid in de verhouding tussen mensen die iets samen doen
    • In veel huwelijken komen relatieproblemen voor, want het sprookje van: 'ze leefden nog lang een gelukkig' is vooral een sprookje. 
    • De muziekband is opgeheven omdat de relatieproblemen tussen de bandleden onderling niet meer konden worden opgelost. 

Gangbaarheid