Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ken·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rekenboek rekenboeken
verkleinwoord rekenboekje rekenboekjes

Zelfstandig naamwoord

het rekenboeko

  1. een boek waaruit iemand leert rekenen
    • Er staan 245 sommen in het rekenboek. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be