• reis·dag·boek
enkelvoud meervoud
naamwoord reisdagboek reisdagboeken
verkleinwoord reisdagboekje reisdagboekjes

het reisdagboeko [1]

  1. boek dat bestaat uit een dagelijks reisverslag
     In zijn reisdagboek The MalayArchipe/ago beschrijft hij hoe hij een voormalige aardverschuiving, een padang batu (rotsveld), bereikte.[2]