reisdagboek
- Geluid: reisdagboek (hulp, bestand)
- reis·dag·boek
- samenstelling van reis zn en dagboek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reisdagboek | reisdagboeken |
verkleinwoord | reisdagboekje | reisdagboekjes |
- boek dat bestaat uit een dagelijks reisverslag
- ▸ In zijn reisdagboek The MalayArchipe/ago beschrijft hij hoe hij een voormalige aardverschuiving, een padang batu (rotsveld), bereikte.[2]
- Het woord reisdagboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Waarom zijn er zoveel soorten” (2016), Atlas Contact , ISBN 9789045031422