Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·be·stem·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisbestemming reisbestemmingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de reisbestemmingv

  1. plaats waar een reis naartoe gaat
     Doordat Van der Graaf alleen standaardantwoorden geeft, is de reclassering niet in staat een goed beeld van hem te krijgen, meent het OM. Zo liet hij de dienst bijvoorbeeld een keer weten dat hij drie weken in Europa op vakantie ging, zonder specifiek te worden over zijn reisbestemming.[1]
     Ze heeft zich geen moment onveilig gevoeld op haar reisbestemming. "De mensen waren erg vriendelijk en juist verdrietig dat er bijna geen toeristen meer kwamen. Door aanslagen die in de meeste gevallen meer dan 1000 kilometer verderop waren."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Rechter beslist op 6 februari over celstraf Volkert van der Graaf” (Maandag 23 januari 2017, 11:01), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Vakantie met kans op een aanslag? 'Ik neem het risico graag'” (Dinsdag 10 januari 2017, 12:57), NOS